A SERVICE OF

logo

121
121
12
13
14
15
16
17
UNIX/Linux-systeemnetwerk
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
hoofdstuk
Installeren en configureren
Ga te werk als volgt om de printserver voor afdrukken in LPD-
opmaak te configureren.
1. Activeer de TCP/IP-ondersteuning van de printserver.
2. Stel het IP-adres van de printserver in.
3. Controleer het IP-adres van de printserver.
4. Configureer op de hostcomputer het op
afstand afdrukken in LPD-opmaak.
5. Druk een testpagina af.
Deze vijf procedures worden in de volgende
hoofdstukken stap voor stap beschreven.
De TCP/IP-ondersteuning van de printserver activeren
De standaardconfiguratie van de printserver is die met geactiveerde
TCP/IP-ondersteuning. U kunt de printserver ook configureren om
met behulp van het configuratieprogramma TCP/IP-ondersteuning in
te schakelen.
Het IP-adres van de printserver instellen
De printserver moet een uniek IP-adres hebben om door het netwerk
te worden herkend.
Met een van de volgende methoden kunt u het IP-adres op de
verschillende UNIX/Linux computers instellen:
1. DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol)
2. BOOTP (Bootstrap Protocol)
The printserver gebruikt de laatste twee methoden om zijn IP-adres
automatisch op te halen als dit is geconfigureerd als “Auto” (0.0.0.0).